Diegenen die het Kattenbos weleens bezocht hebben weten dat een paar maanden per jaar het Kattenbos meer op een Kraaienbos lijkt. Waren er zo'n 25 jaar geleden een paar kraaiennesten in ons bos , in de loop der jaren zijn er zoveel hoge bomen in de omgeving gekapt door Staatsbosbeheer en de gemeente Marum dat er blijkbaar woningnood is ontstaan. Ieder jaar zagen we meer nesten in onze hoge bomen met vorig jaar een record van 125 nesten. De paartijd , het uitbroeden en het uitkomen van de kleine kraaitjes , het zijn bezigheden die door de kolonie kraaien de hele dag door becommentarieerd wordt. Je vraagt je in verbijstering af wat ze toch de hele dag aan elkaar te vertellen hebben maar voor ons betekent het dat we onszelf buiten niet meer verstaanbaar kunnen maken.
Maar zoals ieder jaar vonden we ook dit jaar weer een aantal kleine kraaitjes op de grond die blijkbaar uit het nest gevallen of geduwd waren.
Wij rapen de kleine kraaitjes op , zetten het op een hoog plekje in een bak met stro buiten de kattenrennen en hopen dat de ouders hen komen voeren.
Een klein kraaitjes bestaat eigenlijk alleen maar uit een heel erg groot bekje als het schreeuwt om eten.
Als de ouders niet komen wordt het geschreeuw steeds zachter en wanhopiger. Hartverscheurend !
Als wij zo na een paar uur zeker weten dat de ouders ze niet komen voeren , voeren wij ze.
Dit jaar waren het Keesje en Kareltje die uit het nest gevallen waren. Kareltje was de eerste en nog echt een heel klein kraaitje. Rob nam de taak van het voeren op zich en het ging steeds beter met Kareltje.
Keesje was iets groter toen hij Kareltje gezelschap kwam houden en ze waren meteen dikke vriendjes.
We maakten ons zorgen om Kareltje omdat hij een misvormd voetje had en in het begin moeite had met overeind komen. Omdat ze hoog stonden en de bak stro hun nest was vanwaaruit ze zo uit konden vliegen konden we hun vorderingen goed bekijken. Keesje maakte het eerst uitstapjes maar hij kwam steeds weer terugvliegen om te eten. Als Rob aan kwam lopen kwam Keesje al aanvliegen , belande op zijn arm en samen gaven ze Kareltje te eten. Maar Kareltje vond het natuurlijk niet zo leuk dat hij weer alleen in het nest achterbleef dus ook hij begon uit te vliegen.
Dat ging heel goed en blijkbaar kon hij zich goed redden met dat misvormde pootje want al gauw zaten ze samen in de boom te wachten tot Rob weer kwam voeren. Hun uitstapjes werden steeds langer en steeds verder en op een avond was er blijkbaar de hoge vliegles voor alle jonkies en Keesje en Kareltje sloten zich daarbij aan. Ze horen nu bij de groep jongeren maar ze komen nog steeds terug bij pappa Rob. En Kareltje , die een veel langer contact met Rob heeft gehad wil toch nog zo nu en dan gevoerd worden door Rob. Hij kan , net als Keesje best al zelf eten want Rob ziet ze vaak samen op het voerplankje eten , maar hij wil blijkbaar het contact nog niet helemaal verbreken.
Uit ervaring weet ik dat de hele groep op een gegeven moment voor een tijdje vertrekt ( het is hier dan heeeel rustig) om dan in de nazomer weer terug te komen. Waar ze dan zijn weet ik niet maar ik hoop dat Kareltje het redt en dat weer niet de een of andere jager er zijn weerzinwekkende hobby op uitoefent.