Deze pagina en de volgende 'In Memoriam ' zijn de vreselijkste pagina's die ik ooit heb moeten maken.
Ik heb lang met het maken van deze pagina gewacht , ik wil het niet waar hebben , ik hoop nog steeds dat iemand ze gezien heeft , dat ze ineens weer te voorschijn komen , maar na ruim 7 weken weet ik ook wel dat het een illusie is. Al deze poesjes waren erg op mij gericht , altijd in mijn nabijheid al waren ze geen van allen echte huiskatten in de zin dat ze graag op schoot zaten.
Octavia was de oudste poes , altijd schuw geweest en pas de laatste 2 jaar veel binnen en dol op de vloerverwarming maar bij het minste 'onraad' schoot ze weer naar buiten.
Ming , mijn lieve Ming. Weinig mensen hebben Ming ooit gezien. Ze kwam pas te voorschijn als er geen vreemden meer waren en dan kreeg ik kopjes en wist ze van liefde en blijheid niet van ophouden.
Yirina , ook geen jong poesje meer. Ze was nierpatiëntje. Ooit zo schuw dat ik haar bij strenge winters moest vangen en een beschutte slaapplek voor haar maken omdat ze nooit naar binnen wilde komen. Maar nu was ze vol vertrouwen naar mij en at
ze ook haar nierdieet en medicijnen.
Xena , de onbetwiste prinses van het Kattenbos. Doof , vreselijk ziek als kitten hier gebracht , maanden geduurd voor we durfden te hopen dat ze het zou overleven en altijd schrikachtig en alert gebleven. Duizenden foto's had ik van haar , van al haar avonturen , want humor had ze. Eigenwijs , vreselijk !Oppakken kon je haar nooit , ze gaf zelf wel aan wat ze wilde. Maar vooral wat ze niet wilde.
Obelix , die we BonBon noemden. Zijn hele leven heeft hij geprobeerd vriendjes met Xena te worden. Tevergeefs. Hautain liep ze dan weg waarop hij graag in haar wollige broek beet om zijn teleurstelling af te reageren. Bonbonnetje die kanker aan zijn oor had , niet tegen narcose kon waardoor we met zweet en tranen en kunst en vliegwerk de operatie moesten voltooien en hem toch in leven moesten zien te houden. BonBon heb ik 2x buiten gezet.
Prinsje ,ons lieve eenoogje. Toen hij als kitten hier gebracht werd ( samen met 5 andere familieleden) was hij letterlijk een skelet. Opgegeten door vlooien en zijn zusje had al hartfalen door die vlooien. Maar de hele familie had FIP. Prinsje leek het overwonnen te hebben hoopten we , en groeide op tot een mooi stevige kater , wel heel verlegen en bescheiden en niet dol op vreemde mensen.
Tanja.
Schuw boerderijpoesje met wat kwalen , maar ze werd in de loop der jaren steeds toegankelijker. Ze was een ware schoonheid.
Libuše. Als jong poesje meer dood dan levend hier gebracht en nooit meer helemaal hersteld van de niesziekte die ze toen had. Altijd heeft ze daar last van gehouden. Libuše was geen schootpoes , ze was veel buiten , oppakken kon je haar niet noch aaien of knuffelen. Er was 1 uitzondering. Heleen , die hier al jaren vrijwilligster is begon ooit met het meebrengen van extra kipfilet voor op het brood. Libuše was daar zo dol op dat als Heleen er was , ze zich liet zien. En in de loop der jaren groeide het uit tot een ceremonie. Zelfs als Libuše niet meer zo'n zin had in de kipfilet , als Heleen kwam dan kwam ze toch langs om haar te begroeten.
Elsje was hier nog niet zolang. Ze was eigenlijk nog maar pas begonnen met heel voorzichtig naar binnen te komen. Ze vond het maar eng in huis. Onvoorstelbaar dat zij niet naar buiten gegaan of buiten gebleven is.
Nurijef Helaas heb ik geen foto meer van hem. Nurijef was een plaskater. Voor mensen was hij erg lief maar niet zo voor andere katten. Tot Freddy in zijn leven kwam. Voor Freddy was hij lief en ze liepen regelmatig stijf tegen elkaar aangedrukt , elkaar steeds kopjes gevend. Dat was heel aandoenlijk en daardoor vergaf je hem ook alle plasjes die hij regelmatig in huis legde.
Ik probeer steeds te verdringen hoe ze gestorven kunnen zijn. Maar dat lukt me niet. Het dringt zich steeds aan me op , in alle gruwelijkheid en steeds weer beleef ik die avond weer opnieuw. BonBon die ik 2x uit die vensterbank gehaald heb waar hij ontwapenend als hij altijd was naar buiten zat te kijken , alle andere poesjes die ik schreeuwend naar buiten gejaagd heb , de laatste ronde die ik deed voor ik zeker wist dat het plafond naar beneden zou komen omdat ik al stukken plafond zag branden , en ervan overtuigd was dat ik alle hoeken en gaten nagekeken had en geen poesje meer in huis gezien had. Hoe kon ik hen over het hoofd gezien hebben ????
Nee , ze zijn niet in de rook gestikt , er was geen rook. Geen rookmelder heeft iets gemeld. Boven was een vuurzee en toen de vloer van de bovenverdieping het door de brand begaf is het plafond samen met het dak , dakpannen en asbestplaten , naar beneden gestort en heeft alles eronder geplet en toen pas begon het beneden te branden.
Ik zal het nooit weten. De brandweer vertelde dat ze poezen naar binnen hadden zien rennen maar ook dat ze poezen er weer uit hadden zien rennen.
Maar ze hadden geen poezen gezien die in brand stonden. Dat gaf me hoop. Maar 2 dagen na de brand liep ineens een poesje naar ons toe waarvan het hele vachtje , de oortjes en de voetzooltjes verbrand waren. Ze is meteen naar de dierenkliniek gebracht en daar verzorgt. Ze had veel pijn , haar oortjes zijn nu nog kaal maar ze is weer in goede gezondheid.
Ik heb altijd van alle poesjes die hier ooit gewoond hebben , afscheid kunnen nemen voor ze stierven , voor ze hun laatste spuitje kregen.
Van deze 10 heb ik dat niet kunnen doen , ze zijn letterlijk onverwacht weggerukt uit het leven en uit ons leven.
Er zal voor hen een herdenkingsplaats komen.